Chili, zuid van Santiago

21 januari 2019 - El Calafate, Argentinië

Na een rustig (Nieuwjaars)dagje in Santiago zakken we 2 januari verder af naar het zuiden.

Hoe ziet zo’n “doorsnee” reisdag van ons er eigenlijk uit? We worden wakker in ons bovenbed onder het hefdak en een van ons gaat naar beneden om zich te wassen en aan te kleden. Vervolgens rolt de ander het beddengoed op en zakt daarna ook naar beneden. We schuiven de verduisteringsschermen van de bus omhoog, wensen onze kinderen en kleinkinderen een goede morgen (hun foto’s zitten aan de binnenkant van onze zonnekleppen) en klappen ook de zonnekleppen omhoog. Zo, onze dag kan beginnen! We zetten thee en koffie in onze thermoskannen en ontbijten. Vullen onze waterflesjes met drinkwater. Stoppen de dekbedden weer achterin de bus, zetten de keukenspullen weer op hun plaats, laten het hefdak zakken en maken de bus verder rijklaar. En passant halen we nog even een stoffertje door de “leefruimte” en zeggen tegen elkaar: het huishouden is weer gedaan. We bespreken daarna het reisplan en de aandachtspunten t.a.v. de camper: genoeg water aan boord, chemisch toilet legen, genoeg diesel en soms de olie nog checken. Passeren we een grens, wat mag wel en niet mee? Charles stelt de navigatie in. We bekijken langs welke bezienswaardigheden we komen en welke activiteiten we die dag kunnen doen. Margo checkt of er nog boodschappen gedaan dienen te worden, aandachtspunt hierbij is of er nog voldoende drinkwater aan boord is en dat we voldoende cash hebben. Ook houden we bij of de simkaarten nog “in de lucht blijven”. Wanneer we weg rijden, halen we de levelers onder de wielen vandaan en checken de plek waar we gestaan hebben of er niets is achtergebleven. Wanneer we weer rijden, kijken we uit onze ooghoeken of we een vuilnisbak zien om ons afvalzakje van de vorige dag af te voeren. We hebben een grote powerbox, een soort extra accu met allerlei uitgangen, om onze iPads, iPhones en andere elektrische apparaten op te laden. Ook heeft de camper twee extra accu’s voor met name de koelkast en de binnenverlichting. De powerbox en de extra accu’s worden tijdens het rijden door de dynamo bijgeladen of door het zonnepaneel, dat op ons hefdak van de bus geplakt zit, wanneer wij stilstaan. We zijn daardoor niet afhankelijk van de elektra op een camping. Samen met ons toiletje, de koelkast voor ons eten en zonodig onze kachel kunnen we ons dus vrij bewegen en zijn we echte reizigers of zoals ze dat in Zuid-Amerika noemen: Overlanders.

Terwijl Charles rijdt, leest Margo zich in in wat er tijdens de route te zien is, of welke hobbels er zich en route kunnen voordoen. Boodschappen doen we meestal onderweg, rekening houdend met eventuele grenspassages en het programma wat we de komende dagen willen doen. Iedere keer verbazen we ons dat we al de boodschappen weer in de keukenkastjes en de ijskast opgeborgen krijgen. We bekijken op de iOverlander app of er nog bijzonderheden zijn. De bijrijdster doet al rijdend ook de administratie en maakt op de iPad aantekeningen voor het reisverslag. Tussendoor nemen we een koffiepauzes en houden een lunchstop, we hebben alles aan boord. Vaak stellen we onze reisplannen bij op basis van hetgeen wij onderweg tegenkomen, zo zijn we flexibel en vinden dat juist het leuke van reizen. We stoppen regelmatig om te genieten van het landschap en om foto’s te nemen. De bijrijdster verzorgt zo nu en dan ook de muziek en schilt wat fruit. Tussen 16-18.00 uur zoeken we met behulp van de iOvelanderApp naar onze mogelijke overnachtingsplekken. Daar kijken we of de plek ons aanstaat en veilig lijkt. Een ander criterium of we ergens blijven staan, is dat we met behulp van levelers onder de wielen, de bus waterpas krijgen. Dat slaapt beter! We zoeken een plekje zo mogelijk uit de wind en in de zon. We verkennen de omgeving, koken de avondmaaltijd en eten die buiten of binnen op. Daarna doen we de afwas, bergen alles weer in de keukenkastjes op en hebben de rest van de avond vrij om plannen te maken hoe wij de volgende dag(en) verder gaan. Indien we in de verbinding zijn, checken we onze e-mail en evt. WhatsApp berichten. We verduisteren de bus met de rolgordijntjes en doen de zonnekleppen met aan de achterkant de foto’s van de kleinkinderen naar beneden: “Wel te rusten Laut en Boaz, Opa en Oma gaan nu naar bed.”

Na Santiago, via de provincie Bio Bio, stoppen we bij een Duitse gemeenschap, Colonia Dignidad, die zich hier vanaf 1962 heeft gesetteld. We eten daar in het Duits aandoend restaurant en Charles smult van een schnitzel. We overnachten op de parkeerplaats voor het hotel. De andere dag hebben we een rondleiding in het Duits van een mevrouw die hier 40 jaar heeft gewoond. Alleen voor ons beiden, omdat er nog geen andere toeristen zijn. Al lopend door het museum vertelt deze mevrouw ons haar eigen levensverhaal dat zij plaatst in de context van de geschiedenis van de kolonie. Als kind van twee jaar is zij met haar ouders per boot vanuit Duitsland naar Chili gekomen. Haar ouders hadden beiden deelgenomen aan de Tweede Wereldoorlog en hadden aan het einde van de oorlog in Russische gevangschap doorgebracht. Na deze oorlogsperiode gingen haar ouders op zoek naar een goede levensinvulling, zij zochten iets met een ziel. Die vonden zij in de vorm van het zich aansluiten bij een kerkelijk getinte groep, onder leiding van ene Paul Schäffer, die oorlogswezen opving. Die groep werd echter zo groot waardoor ze hun bakens moesten verzetten. De Chileense ambassadeur in Duitsland hoorde hiervan en nodigde de groep uit om naar Chili te komen om daar na een grote aardbeving ook voor slachtoffers en weeskinderen te gaan zorgen. Aldus geschiedde en in Chili vestigde de groep zich, als een soort commune, maar wel onder eenhoofdige leiding van Paul Schäffer. Ze bouwden een ziekenhuis en verleenden hulp aan de Chilenen in nood. Doordat zij als groep startten in een niet gecultiveerd gebied en er nog geen woningen waren, werden binnen de groep alle krachten gebundeld om een leefgemeenschap op te bouwen. Een hulpmiddel hierbij was dat de kinderen in groepen werden verzorgd, zodat beide ouders op het land konden werken of onderkomens konden bouwen. Maar ook kinderen vanaf zes jaar werden ingezet om arbeid te verrichten. Langzaam maar zeker werden de kinderen steeds meer van hun ouders gescheiden. Het gebied werd ommuurd, de regels werden als maar strenger en zo ontstond er een sekte. De jongens en de meisjes werden streng gescheiden opgevoed. Er mocht ook niet getrouwd worden binnen deze gemeenschap. De sekteleden leefden volledig geïsoleerd van de buitenwereld: geen post, geen radio, geen kranten en geen TV. Zo werden de mensen gehersenspoeld en vond men dit leven uiteindelijk “normaal”. De leider Paul Schäffer, bleek later, misbruikte ook stelselmatig jongens en onder zijn leiding werden sekteleden zowel lichamelijk als geestelijk mishandeld. Soms was er verzet binnen de groep en dat werd met strenge straffen, waaronder electro shocks, de kop in gedrukt. Wanneer het iemand lukte om te ontsnappen, werden ze door de Chileense politie vaak weer opgepakt en teruggebracht. Paul Schäffer had, naar later zou blijken, namelijk goede contacten met het Pinochet regime. Paul Schäffer had het regime op het afgelegen terrein kelders aangeboden waar politieke gevangenen werden gemarteld. Toen eind twintigste eeuw (na het Pinochet regime) de Chileense autoriteiten onderzoek naar de sekte ging doen en uiteindelijk de leider gevangen werd genomen, waren de sekteleden nog zo loyaal aan hun voormalige leider, dat ze 18 dagen een hongerstaking gingen. Zo hoopten ze hun leider weer vrij te krijgen. Langzaam maar zeker kregen de sekteleden echter inzicht in wat hun was overkomen. Nadat de sekteleden in de gelegenheid werden gesteld om zelf voor een nieuwe toekomst te kiezen, ging een derde van de leden terug naar Duitsland, is een deel van de achterblijvers inmiddels overleden en wonen en werken er nu nog een kleine honderd mensen op dit landgoed wat inmiddels Villa Baviera heet. Men heeft zich de afgelopen twintig jaar gericht op de agrarische (biologisch) sector en op het toerisme. Men kijkt weer vooruit! De gids is na het verkrijgen van hun vrijheid met een man uit het kamp getrouwd. Helaas konden zij waarschijnlijk mede door de toegediende electro-shocks geen kinderen krijgen.

Wat een heftig verhaal van deze vrouwelijke gids. Wij praten hier nog een paar dagen met elkaar over na. Hoe verwerk je als persoon zo’n bizarre periode uit je leven? Wat ons trof, was hoe realistisch en begripvol deze vrouw de omstandigheden schetste hoe haar ouders zich bij deze groep hadden aangesloten met de intentie dat zij echt iets goeds van hun leven wilden maken. Na ons bezoek aan Villa Baviera rijden we verder door de provincie Sur Chio, een gebied wat voor ons niet Chileens oogt, maar meer Europees: Duitsland, Oostenrijk of Zwitserland. Er zijn hier in de 19de en in de 20ste eeuw veel Duitse immigranten neergestreken. Menigeen spreekt ook Duits. Huizen hebben vaak vakwerk elementen. In een winkel zien we de voor ons bekende groenen wollen vesten die ze in Beieren dragen. Margo scoort er lekker stevig donker roggebrood en Charles leverworst. We verplaatsen ons naar het lago (meer) Villarrica, een gebied waar veel Mapuches (de oorspronkelijke bewoners) wonen. We staan twee nachten aan het meer en zien een nog rokende vulkaan met een besneeuwde top. Deze vulkaan is in 2015 uitgebarsten. De tweede nacht hadden we een “logee”. Een jongen uit Santiago, reizend met rugzak, maar zonder tent, die vroeg of hij op zijn slaapmatje naast onze bus mocht slapen, dan had hij wat beschutting. Prima. Die nacht worden wij een beetje wakker en we horen zachtjes muziek en meerstemmig zingen. Het gezang stopt een paar keer en wij vallen dan weer in slaap. Na een poosje begint het gezang opnieuw en worden wij ook weer een beetje wakker. We denken dat het een groepje Mapuches geweest is. Wel een heel bijzondere ervaring, zo’n nachtelijk concert, zonder dat we kaartjes gekocht hadden. ‘s Ochtends is er van de magie niets meer te voelen en ook niemand te zien. We checken bij elkaar “heb jij vannacht ook gezang gehoord?” Het bleek geen droom te zijn geweest.

We reizen nu door een merengebied met een aantal (actieve) vulkanen. We zien de mooie typische vulkaanvorm met een puntje, waarvan de toppen besneeuwd zijn. We passeren een bos met de Araucaria of “de krankzinnigste boom van het land”. Een soort slangen dennenboom met schubben. Hier passeren wij de grens tussen Chili en Argentinië. Dit gaat voorspoedig. In 20 minuten staan wij (weer) in Argentinië. Nu is het al reizend een gewoonte van ons om vooruit te kijken, maar met een vulkaan die achter ons in het zonnetje mooi staat te wezen, kijken we nog regelmatig even in onze achteruitkijk spiegels. Met een avondzonnetje komen we op onze volgende overnachtingsplek, San Martin de los Andes. De komende dagen gaan we de Ruta de los 7 Lagos volgen. We zijn nu in het Argentijnse merengebied, ook wel het Zwitserland van Argentinië genoemd. We halen onze Argentijnse pesos weer tevoorschijn en doen de Argentijnse simkaarten weer in onze telefoons en waarderen deze op. Ook in San Martin de los Andes zien we weer veel Duitse invloeden. Het is een sjieke wintersportplaats. We vinden een soort Emmentaler kaas, een welkome variant op de “stopverfachtige” kaas die we de afgelopen maanden gegeten hebben. We trekken bij een ATM geld en proberen hier meer geld op te nemen dan in Buenos Aires, waar aan voldoende cash komen een uitdaging was. Hier lukt het om per dag 12.000 peso’s, ongeveer €300 op te nemen in briefjes van 100 peso’s. Dat is teveel voor in je portemonnaie! We blijven een paar dagen in Park National Nahuel Huapi aan een meer staan en maken een mooie hike. Er groeit hier een soort bamboe en we zien veel lage struiken waar mos aan zit. Helaas hebben we hier veel regen, maar het voordeel hiervan is wel dat de andere ochtend de toppen van de bergen om ons heen allemaal een vers laagje sneeuw hebben gekregen. We hebben op de free camp in dit natuurpark een leuk contact met onze “voorburen”, vijf Argentijnse vrienden (dertigers) die samen een week op vakantie zijn. We krijgen Torta Frita die ze zojuist vers op het (kamp)vuur bereid hebben. Het schijnt een Argentijns gebruik te zijn om dit gerecht tijdens het kamperen te maken. Ze smaken heerlijk. Voor de liefhebbers: onderaan het verslag staat het recept. Wat ook een typisch Argentijns gebruik is, dat wij al reizend veel mensen tegenkomen die een potje vasthouden met een metalen pijpje erin. Daar zuigen zij dan regelmatig aan. Het blijkt de bekende mate (spreek uit als matte) te zijn. De kruidenthee in het potje wordt met heet water uit hun thermoskan steeds bijgevuld. Er zijn speciale tassen waar zowel de thermoskan als de twee mate potjes en de pijpjes in opgeborgen kunnen worden.

Het klimaat wordt zuidelijker flink koeler. Er komt meer wind en inmiddels heeft Margo haar sandalen voor bergschoenen verwisseld. We kleden ons dikker aan en ook ‘s avonds slapen we onder een extra laagje. We halen onze winterkleding te voorschijn en bergen de zomerkleding op. We zijn tenslotte in Noord-Patagonië aangekomen. Wanneer we ‘s avonds onze standkachel aanzetten (die, net zoals onze bus, ook op diesel werkt), weliswaar op de laagste stand, denkt Charles dat de thermostaat niet meer werkt, want de kachel slaat niet meer af. Twee dagen later bleek dat de temperatuur ‘s nachts tegen het vriespunt was en we ook nog op 1000 meter hoogte zaten. Dus was er niks mis met de kachel, het is hier gewoon een paar dagen erg koud voor de tijd van het jaar. We rijden verder langs de vele meren, maar nu via de bekende Ruta 40. Voor de Argentijnen is het nu vakantieseizoen en zeker in dit merengebied merken we dat het behoorlijk druk en toeristisch is. Waren er in Bolivia en Peru nauwelijks campings, hier zijn die er volop en druk bezet. Dus blijven we doorgaan met “gewoon” wild kamperen en af en toe een camping om te douchen.

In San Carlos de Bariloche komen we in de stromende regen aan. We rijden naar een restaurantje en eten daar heerlijk. We hadden dit adres op de iOverlander App gezien, waar stond dat gasten na een maaltijd in het restaurant gratis in hun achtertuin mochten kamperen. Ook wij mogen met onze bus in de tuin staan en kunnen zelfs nog onder een warme douche. We slapen heerlijk rustig. Wanneer we de volgende ochtend willen vertrekken wil de baas plotseling nog 1000 pesos extra voor de overnachting hebben. Dat is evenveel als wat we die avond ervoor betaald hebben voor de maaltijd. De gemiddelde prijs voor een camping hier ligt op ongeveer 350 pesos. Margo zegt verbaasd, met de juiste intonatie die ze op de cursus geleerd heeft, “que caro”! Dit betekent dat we het veel te duur vinden. Wij laten de informatie op de iOverlander App zien. De baas laat het hierbij en vertrekt. Wij even later ook. We maken in dit gebied nog een mooie hike in NP Llao Llao, we klimmen flink en zien bijzondere bomen, de Aracan, met een licht bruine bast.

We maken plannen over hoe verder naar het zuiden te rijden. Over de Chileense Carratera Astral die voor een belangrijk deel onverhard is, of via de Argentijnse Ruta 40 die over een afstand van 5000 km van noord naar zuid door Argentinië loopt en op een klein stukje na geheel verhard is. We hebben onderweg Overlanders hierover bevraagd en mede vanwege het feit dat we al twee keer autopech hebben gehad, kiezen we voor een zo comfortabel mogelijk traject. Dus we blijven voorlopig in Argentinië en gaan door naar het zuiden via Ruta 40. Hadden we in Chili de Andes in het oosten liggen, hier in Argentinië ligt het Andes gebergte in het westen. De toppen van de Andes worden, naar mate we op deze reis steeds zuidelijker komen, lager. Langs de Ruta 40 staat elke kilometer een bordje waarop het aantal km’s worden vermeld. In de 1900 serie, die wij passeren, ontbreken echter de nodige borden. Waarschijnlijk meegenomen door verzamelaars. Gelukkig staat het bord met Charles zijn geboortejaar 1951 er nog wel. Margo neemt een foto met Charles ernaast en wij laten het bord staan! Nabij El Bolson staan we twee dagen bij de boerderij van Klaus en Claudia. Zij zijn ex-overlanders en zijn hier 15 jaar geleden uit Duitsland naartoe gekomen. Claudia regelt autoverzekeringen voor Zuid-Amerika voor Overlanders. Ook onze autoverzekering hebben wij via haar afgesloten. We hadden de polis digitaal gekregen, maar nu we toch in de buurt zijn halen we de officiële verzekeringspapieren op. Klaus en Claudia wonen op een enorm groot stuk land met een riviertje en hebben dus hun eigen waterbron. Hoewel ze geen officiële camping hebben, zijn “bekenden” welkom. We kunnen hier ook tegen een kleine vergoeding hun wasmachine gebruiken, de wind en de zon werken mee en wij zijn als een kind zo blij dat ‘s avonds alles weer schoon en droog is. Ze wonen heel erg afgelegen met hun twee dochters. Hebben een kudde schapen om het gras kort te houden, een paar paarden en een eigen groentetuin en boomgaard. Idyllisch om er een paar dagen te kamperen, maar om hier 15 jaar te wonen.......

In El Bolson kopen we verse groenten en fruit, (kersen en aardbeien) gaan allebei naar de kapper en slenteren over de gezellige markt. Onderweg zijn we door een Nederlander die in Buenos Aires woont en ons Nederlandse nummerbord zag, gewaarschuwd dat er zuid van El Bolson in Epuyen het Hanta virus heerst. Er zijn daar inmiddels al negen mensen aan overleden. Op internet zoeken we informatie over virus, dat hier door een bepaalde muis verspreid is. In dat dorp hebben mensen die met de overledenen contact hebben gehad, huisarrest gekregen om verdere verspreiding van het virus te voorkomen. De enige weg naar het zuiden loopt op korte afstand langs dit plaatje. We vragen info bij de Tourist information in El Bolson. De jongeman die ons te woord staat kijkt ons aan, slaakt vervolgens een diepe zucht, zo van “niet weer een toerist die zich hier druk over maakt” en geeft ons dan een folder over het Hanta virus in het Spaans. Via Google Translate komen we met die folder niet veel verder dan de informatie die we al op internet hadden gevonden. We besluiten langs het dorpje te rijden en houden conform het advies de ventilatie van de bus gesloten, stappen niet uit en houden de ramen dicht. Wanneer we langs Epuyen rijden, zien we geen waarschuwingsborden. Er staat zelfs een lifter langs de weg. Ook zien we lange afstand fietsers die “gewoon” door dit gebied fietsen. Zijn wij te voorzichtig, of weten zij het niet? In Esquel dat ruim 100 km zuidelijker ligt, zien we in een supermarkt de kassier met een geavanceerd mondkapje op. Wanneer we vragen waar dit voor is, zegt hij preventie voor het Hanta virus, omdat hij achter de kassa relatief veel mensen ontmoet. Ook bij een benzinepomp zien we twee medewerkers met een mondkapje lopen.

We bezoeken bij Esquel het Nationaal Park Los Alerces. Het is een Unesco site vanwege het unieke landschap, vanwege het feit dat er een speciale kikker leeft en er de bijzondere Alerces bomen groeien. Deze boom kan heel oud worden, lijkt op een conifeer, maar is dit niet. In dit park staan, ontoegankelijk voor het publiek, bomen die zelfs 3600 jaar oud zijn. Dit soort is een van de oudste bomen op aarde. Het is een stralende dag en we maken een wandeling langs het meer. Voor de volgende dag hebben wij kaartjes gekocht voor een boottrip naar dat deel van het park waar ruim 2000 jaar oude Alerces bomen groeien. Wanneer we een kampeerplek zoeken vlak bij de plaats waar vandaan de boot de volgende ochtend vertrekt, blijkt de weg naar de camping te stijl voor ons busje. Naast de camping bevindt zich de woning van de park ranger. Bij toeval komen we in contact met zijn vrouw en leggen haar ons “probleem” uit. Ze zegt dat de Ranger over 10 minuten thuiskomt. Om ons te helpen, krijgen we van hem, met behulp van zijn vrouw, toestemming om op het parkeerterrein bij het meer “solamente por una noche” (voor één nacht) te kamperen. “¡Muy bien, muchísimas gracias!” Het feit dat we uit Nederland kwamen en al wat ouder ogen dan de gemiddelde kampeerder hier, heeft zeker in ons voordeel gewerkt ;-). Nu hadden wij al een oogje op dit parkeerterrein laten vallen, maar er stonden heel duidelijk borden verboden te kamperen, dus dat was geen optie. Maar letterlijk en figuurlijk via een omweg staan we er die avond toch. Helemaal alleen. We zien ook nog een vos over de weg lopen. Kortom we genieten. De andere dag lopen we via een hangbrug naar de boot die ons over het Lago Menéndez naar dat deel van het park brengt, waar de “Alerzal Milenario” de hele oude Alerces bomen te bewonderen zijn. Ze groeien 1 mm per jaar en kunnen een lengte van meer dan 50 meter bereiken. Het hout is behoorlijk “rotproof” en licht en werd daardoor in het verleden als dakbedekking gebruikt. In dit gebied worden we rondgeleid door een Spaans sprekende gids. Wanneer wij in het Spaans vragen of hij ook iets voor ons in het Engels kan samenvatten, zegt hij “No, I don’t speak English”. Hulpvaardige Argentijnen vertalen soms een stukje voor ons. Vanaf de boot passeren we een fotogenieke, maar voor Patagonische begrippen, kleine gletsjer. We hebben wederom een stralende dag met een strak blauwe lucht. Samen met de groene bossen, het heldere water en de witte gletsjer vormt dit een prachtig, fotogeniek landschap. Na twee heerlijke dagen hobbelen we weer 30 km over een grintweg terug naar de bewoonde wereld.

We overnachten op het parkeerterrein van het stationtje van Esquel. De volgende morgen gaan we om 8 uur naar het loket om kaartjes te kopen voor een rit met een antieke trein die getrokken wordt door een honderd jaar oude stoomlocomotief. Er blijkt een wachtlijst, waar we gelukkig bovenaan worden gezet. Tien minuten voor de trein vertrekt, worden de niet afgehaalde kaartjes verkocht. We mogen mee, hoera!  De machinist luidt de koperen bel en alle passagiers zoeken hun plaats op. De trein is vol. In het Spaans wordt door een gastvrouw tijdens de treinrit uitleg gegeven. Buitenlanders krijgen gelukkig een koptelefoon met Engelstalige informatie. De antieke trein, de La Trochita, rijdt op een uniek 75 cm smalspoor, is in 1922 gebouwd heeft 1000 liter water nodig om 1 km te kunnen rijden. Het traject is naar een Mapuche dorpje. We klimmen 200 meter. Oorspronkelijk was het een traject van 420 km lang, maar wij rijden 20 km heen en 20 km terug. Er zijn nog slechts vier van deze locomotieven in bedrijf, waarvan de onderdelen, wanneer ze vervangen dienen te worden, met de hand moeten worden gemaakt. De gastvrouw vertelt ons dat heen en weer lopen in de coupé niet is toegestaan. Ze heeft het nog niet gezegd, of er komt een groep Argentijnen langs die naar de voorste coupé willen waar kennelijk de drankjes en de torta fritas te koop zijn! Zo flexibel zijn de latino regels. We rijden door een verlaten en heuvelachtig landschap, het begin van de pampa’s. In onze coupé staat een houtkacheltje dat ‘s winters op hout wordt gestookt. De onderste ramen kunnen naar boven worden geschoven om ze te openen. Dit doen wij ook en hangen we regelmatig met ons hoofd buitenboord.

Na Esquel, maken we twee lange rijdagen van totaal 1300 km door een grotendeels verlaten landschap waar voornamelijk alleen graspolletjes lijken te groeien. We zien op struisvogels lijkende dieren, de Nañdu, en groepen guanacos (soort vicunia’s) langs de kant van de weg grazen. Deze guanacos hebben een leuk staartje dat omhoog staat. Naarmate wij verder naar het zuiden rijden, gaat het steeds meer waaien en het blijft het ook langer licht. Hoe zuidelijker we komen hoe vaker we de hele breedte van de weg gebruiken, niet alleen vanwege de harde wind, maar ook om de vele gaten in het wegdek te omzeilen. Gelukkig is het niet druk op de weg. Bij een koffiestop met een “benzinestation” staan twee motorrijders sip te kijken. De brandstof blijkt op te zijn en ze hebben te weinig benzine in hun tank om de volgende pomp met hun motor te kunnen halen. We bieden ze een lift aan naar het eerstvolgende benzine station 200 km verderop, maar we gaan de “verkeerde” kant op. Gelukkig kan er in onze VW bus 80 liter brandstof in de tank en kunnen wij een heel eind komen, zolang wij maar op tijd tanken. Bij de oranje borden “zona de baches” (gaten in de weg) is het opletten geblazen. Maar niet overal staan de borden (meer), dus is het blijft steeds opletten. Ruta 40 is op 72 km na geasfalteerd. Dit laatste stuk noemen ze hier under construction en betekent ruim drie uur rijden op gravel. Het voordeel van niet zo hard rijden is dat je wel meer de dieren langs de kant van de weg ziet. Wanneer we een gordeldier spotten en dat ook nog kunnen fotograferen, geniet Margo met volle teugen. De andere dag steekt er een gordeldier de weg over, gelukkig kunnen we het bijzondere dier ontwijken, door even op de linker weghelft te rijden. Ook de guanacos, ‘n soort vicunia met een leuk staartje, springen af en toe over de weg. We gaan naar het National Park Los Glaciares. Allereerst naar El Chaltén, het noordelijke deel van het park, de nationale trekking hoofdstad. Een paar dagen voor ons zijn ook Maarten en Anne, onze reisgenoten waarvan wij vanwege onze autopech afscheid moesten nemen, hier aangekomen. Omdat wij de afgelopen dagen behoorlijk wat kilometers hebben afgelegd, kunnen wij hen hier nog net ontmoeten voor zij weer verder trekken. Die ontmoeting gebeurd op een wandeling nabij een mooi uitzichtpunt, waar we ook nog wat condors zien vliegen. Wat een leuk weerzien en wat leuk om onze reiservaringen met elkaar te kunnen delen. Wij raken er niet over uitgepraat. De volgende dag gaan Maarten en Anne weer verder, maar over een paar dagen in het zuiderlijk deel van het Park National los Glaciares treffen we elkaar weer en gletsjerpark weer en gaan met z’n vieren een boottocht langs de gletsjers maken.


Recept Torta frita,

Recept van Argentijnse mannen, onze buren, gekregen op 7 jan. ‘19, op een free camp bij een meer. Een typisch Argentijns recept voor bij een kampvuur.

Benodigheden:

Bloem

Water

Beetje gist

Zout

Koeien vet

Bereiding:

Het geheel goed kneden tot het soepel is.

Daarna een dunne platte vierkantjes maken

Geef twee sneetjes er in en in een pan met gesmolten koeien vet ca. 3 minuten bakken.

Variatie, je kan er ook kleine stukjes kaas, ham, appel enz. in verwerken, zolang het deeg maar aan de buitenkant zit.

Foto’s

11 Reacties

  1. Cees somers:
    21 januari 2019
    Wat een reis door de sferen van Vargas Llosa en Marquez. Maar zo te zien zeker geen Cien anos de soledad en El coronel tiene quien le escriba. Digitaal, dat dan weer wel. Heel veel plezier.
  2. Betty:
    22 januari 2019
    Wat een avontuur en fantastische foto's zo reizen we elke keer dat we een verslag krijgen met jullie mee. Goede reis verder!
  3. Marry en Louis Broskij:
    22 januari 2019
    Wederom een prachtig verslag. Marry en ik zijn onder de indruk van al
    Jullie belevenissen. Nog een heel mooie reis gewenst👍😁
  4. Alice Broer-Boeff:
    22 januari 2019
    Ermelo dinsdagmiddag, even tijd voor de "overlanders" Margo en Charles.
    Mooie belevenissen tijdens de eerste drie weken van het nieuwe jaar in Zuid Amerika!
    Leuk om Maarten en Anne getroffen te hebben. Dat was vast een heel bijzonder weerzien?
    Ik hoop dat jullie het Hanta virus buiten de deur hebben weten te houden...
    Dank voor de vastgelegde momenten op foto's en video's. Met matige vorst en va. 13.00 uur fijne sneeuwval in ons buurtje, was het weer een bijzondere belevenis om o.a. met jullie samen in het boemeltje te stappen voor een leuk ritje door het Argentijnse landschap!
    Mooie dagen en een voorspoedige reis van uit Ermelo toegewenst!
    Met een lieve groet van Alice.
  5. Lia van Londen Dousi:
    23 januari 2019
    Wat zien jullie toch prachtige natuur! Zoiets is toch te gek voor woorden! Geweldig dat jullie dit mogen beleven! Ga zo door! Lieve groet Lia
  6. Maurice & Silvia:
    23 januari 2019
    Wat heerlijk om “gratis” met jullie mee te mogen reizen 😊 Stay safe!
  7. Jan:
    23 januari 2019
    En ik maar denken dat vakantie lekker relaxen en luieren is. Als ik dit verhaal lees weet ik nu dat het anders is. Alles strak gepland met duidelijke schema’s en een een goed lopende samenwerking. Een super team.
  8. Jasper en Ulla:
    24 januari 2019
    Froh und munter
    hängen sich drunter
    Ulla en Jasper.
    We zijn het helemaal eens met bovenstaande reacties.
    We genieten van jullie reis. Zijn jullie nu werkelijk al 5 maanden onderweg?????
  9. Oma Joke:
    25 januari 2019
    Het was weer leuk om met jullie mee te reizen. Geweldig om al die exoten in het echt te mogen zien. Geniet er nog maar van.
  10. Agatha Merlijn:
    2 februari 2019
    Heel bijzonder, wat een mooie reis, afwisselend en verrassend zoals de onverwachte confrontatie met de wereldgeschiedenis. Leuk om mee te leven met verhaal en foto’s. Ja, ook ik geniet, dankjullie! 😁
  11. Jan en Jannie:
    3 februari 2019
    Echt onvoorstelbaar. Wat een reis met zoveel belevenissen, verhalen en indrukken. En gelukkig mogen wij ervan meegenieten!!
    Bedankt en goede reis verder.