Rutu 3 Noordwaarts.

10 maart 2019 - Iguazú, Argentinië

Nadat Margo na haar 10-daagse reis naar Antarctica van het schip is gekomen, blijven we nog een dagje in Ushuaia, zodat zij kan bijkomen van haar avonturen en om bij te praten. Hoewel ze niet zo goed weet waarmee te beginnen, maar met wat beeldmateriaal erbij komen de verhalen vanzelf. Wij vieren onze hereniging ‘s avonds met een etentje in een luxe restaurant, Margo eet King krab, wat een een delicatesse van deze regio is en Charles een Argentijnse steak. Terwijl we weer naar ons busje teruglopen, zegt Charles: “Ik heb het gevoel dat ik met een pinguïn aan mijn arm loop.” Margo heeft nog een paar dagen “last” van zeebenen. Met slecht weer verlaten we Ushuaia, het is 1 graad. Wanneer we over het laatste stukje van de Andes op Vuurland rijden, hebben we noodweer, storm en sneeuw. Het is lastig om met veel zijwind te rijden. We beschouwen het maar als een waardig afscheid van Vuurland. De andere dag passeren we weer de grens met Chili en nemen we wederom de ferry van Vuurland naar het continent terug. We begrepen dat er gisteren, vanwege de storm, geen ferry’s hebben gevaren en tellen vandaag onze zegeningen met maar een wachttijd van drie kwartier. Na weer een grens over gestoken te hebben, die van Chili naar Argentinië, volgen we de Ruta 3 naar het noorden en rijden door de provincie Santa Cruz langs de kust van de Zuid-Atlantische Oceaan. We maken een lange reisdag. Ook al is het landschap vlak, toch genieten we van vergezichten, vooral wanneer de (avond)zon over de groengele graspolletjes schijnt. Er waait een stevige wind. Gelukkig komt de wind uit het zuiden, dus hebben we wind van achteren en maar beperkte zijwind. We zien veel guanaco’s langs de weg grazen. Ook al staan er afrasteringen langs beide kanten van de weg, ze springen er met groot gemak, heel elegant, overheen. Na een flinke regenbui zien we een mooie, hele brede regenboog. We vinden een rustige overnachtingsplek op een eilandje in de Rio Santa Cruz, dat wij via een brug kunnen bereiken. Wanneer we de andere dag van het eilandje weg willen rijden, blijkt de brug naar het noorden een paar uur afgesloten te zijn vanwege onderhoud. We kunnen nog wel terug naar het zuiden rijden. Dus veranderen we ons zo juist gemaakte reisplan en doen “verplicht” eerst nog even een stukje in zuidelijke richting het leuke stadje Puerto Santa Cruz aan. Daarna, wanneer de brug in noordelijke richting weer open is, gaan we verder naar Puerto San Julian, waar we in het zonnetje aan de kust lunchen. Daar besluiten we op advies van een ranger om een gravel pad, Circuito Costero, langs de ruige kust te rijden en genieten twee uur van mooie vergezichten. Daarna vervolgen we Ruta 3 weer en de volgende highlight is het Parque Bosque Petrificado de Jaramillo. We dienen daarvoor echter wel een gravelweg van 50 km te rijden in the middle of nowhere. Er is 20 km voor het park een “camping” waar we kunnen overnachten. Nou ja, er staat een gebouwtje en een van de drie wasbakken is nog in bedrijf. We kunnen ons echter goed voorstellen dat de werkster op deze afgelegen lokatie niet wekelijks langskomt, maar slechts één keer per seizoen! Gelukkig is er ook nog een werkende warme douche, waarvan wel de douchekop ontbreekt. We zijn op deze camping de enige gasten, staan beschut en slapen rustig. De volgende ochtend hobbelen we nog een uurtje verder over de gravel weg om in het Parque Bosque Petrificado de Jaramillo aan te komen. We rijden door een voor ons ongewone natuur. Kaal, droog, desolaat, maar met prachtige gekleurde bergen in bijzondere vormen. Het Nationale Park beschermt een vindplaats van fossielen. Onze reisgids zegt hierover: “Het is een overblijfsel uit de Patagonische oertijd: versteende bossen. Als gigantische lucifers liggen de versteende boomstammen en losse delen daarvan uitgestrooid over het landschap. De geschiedenis van de bomen gaat terug tot de tijd waarin het Argentijnse Patagonië nog niet uit steppe bestond, maar was begroeid met araucaria’s. In de loop van 65 tot 150 miljoen jaar veranderden de ooit in 20 m hoge vulkanische aslagen verstikte woudreuzen in stenen zuilen, die door de wind werden geveld en nog het meest op de zuilen van vervallen tempels lijken. Het petrificatieproces kon zich voltrekken doordat regenwater door het hout werd opgenomen. Toen ook de as in de stammen drong, werden er siliciumzouten in het water opgelost, dat in alle cellen terechtkwam, waar het de afgebroken plantaardige substantie verving. Tijdens dit wonderlijke osmotische mineralisatieproces werd niet alleen elke cel nagebouwd, maar bleef ook de vorm van de boomstammen intact: sommige exemplaren zijn wel 35 m lang, andere hebben een diameter van bijna 3 m, en weer andere wegen niet minder dan 100 ton.”
We zien stukken versteende bomen verspreid in het desolate landschap liggen. Het is droog, af en toe komt de zon achter de wolken tevoorschijn en er staat een stevige wind. Het waait er soms zo erg dat het niet altijd mogelijk is om een foto te nemen. Nogmaals ervaren we de elementen die bij Patagonië horen. Ons beeld van fossielen stellen we bij. We dachten meer aan kleine objecten. Wat is eigenlijk de definitie van fossielen? Volgens Wikipedia: “Fossielen zijn alle resten en sporen van planten en dieren die geconserveerd zijn in gesteente.” Dus ook deze versteende bomen zijn fossielen. We lopen een traject waar we genieten van dit bijzondere landschap. We zijn de enige bezoekers. Op de terugweg via de 50 km gravelweg zien we nog wat groepen guanaco’s en ook een gordeldier steekt voor ons de weg nog over. Prrrrrrr...... We bewonderen de vergezichten met dramatische luchten en de vele heuvels met de door de wind afgevlakte toppen. 
Wanneer we weer terug op de Ruta 3 zijn, rijden we verder langs de Atlantische oceaan. We stoppen ergens en lopen naar de kust om te kijken of we nog wat wild-life kunnen spotten. Iemand die aan het vissen is, vraagt ons wat we willen zien. Nou wat zeehonden graag! Hij springt in zijn auto, wij mogen mee en wijst ons een mooie plek 3 km verderop. Wat prachtig om zo dichtbij (12m) een kolonie zuidelijke zeeleeuwen aan de kust te zien liggen. De gigantische mannetjes die alsmaar bezig zijn hun territorium te bewaken, de vrouwtjes die in het avondzonnetje liggen te dutten en de jongen die er geen genoeg van krijgen om in zee te zwemmen. Na drie reisdagen rijden we vervolgens de provincie Santa Cruz uit en komen in de provincie Chubut. We hebben nog 600 km naar het schiereiland Valdes te gaan. Door alle leuke onderbrekingen komen we wederom relatief laat, maar nog net voor het donker, op onze volgende overnachtingsplek aan. Die is dit keer in een stadje aan het einde van de boulevard, met bij vloed de zee op 5 meter afstand van onze camper. Hoewel er een kleine kade muur is, spat het zeewater regelmatig tegen de camper. Hier blijven we een dagje staan. Wandelen bij eb over het vlakke strand en waaien uit. De volgende bestemming is het natuurpark Valdes. Omdat je in dit National Park niet in je auto of camper mag blijven overnachten, betekent een bezoek aan dit park een lange rijdag, want een “rondje” over dit schiereiland houdt wel 200 km gravel weg in. Valdes is een schiereiland met veel dieren. Op land de guanaco’s, schapen, wilde paarden, het gordeldier en veel vogels. Aan de kust, hele kolonies zeeleeuwen, Magalan pinguïns en in zee..... Bij een uitkijkpunt proberen we orka’s in zee te spotten die hier zouden kunnen zwemmen. We leren dat een orka een groot soort dolfijn is en hun bijnaam killerwhale feitelijk niet juist is. Alle walvissen zijn op dit moment namelijk naar het zuiden gezwommen om bij Antarctica krill te eten en komen in de ondiepe wateren in de baaien van dit schiereiland alleen omstreeks september voor de geboorte van hun jongen. Wanneer we bij een stop een wandeling langs de kust maken, wil Charles op een gegeven moment omkeren, maar Margo aarzelt en wil nog even doorlopen tot de volgende heuvel. Wanneer we daar staan, ziet Charles ineens twee zwarte vinnen uit het water steken, vlak voor de kust. Er blijken twee, nee zelfs drie orka’s te zwemmen! De orka’s speuren de kust af of er zeehonden of pinguïns dicht aan de vloedlijn zijn, om zo hun maaltje bij elkaar te sprokkelen. We zien ze een heel eind langs de kust zwemmen, in ondiep water. Ze komen regelmatig boven en met hun kenmerkende vinnen heeft het iets heel dreigends. “Gelukkig” zien we niet dat ze iets vangen. Aan het einde van de dag bereiken we het noordelijkste puntje van het schiereiland. Daar observeren we de zeehonden. We zien de ouders, die vis voor de jongen zijn wezen vangen, uit het water komen en al brullend hun jong zoeken. Wanneer het jong uiteindelijk het geluid van een van de ouders herkent, maakt die huilende geluiden, vandaar hun naam huilers. Ook de omgeving, een hoge rotspartij, zorgt voor een goede akoestiek voor de communicatie tussen ouders en jongen. Bijzonder om dit ritueel een aantal keren te mogen zien en te horen. Bij de Ranger zien we een bord staan dat er hier drie weken geleden voor het laatst drie orka’s zijn gespot. Nou dat bord geeft wel een heel speciaal tintje aan wat we die middag zelf een stuk zuidelijker hebben mogen aanschouwen. Vanaf het noordelijkste puntje moeten we nog twee en een half uur terugrijden naar een dorpje waar wel gekampeerd mag worden. Onderweg genieten we van een prachtige zonsondergang. Doordat het landschap vlak is en er geen bebouwing in het park is, ervaren we dit uitzicht als een 180 graden breedbeeld voorstelling. Helaas rijden we het laatste uur echt in het pikkedonker en probeert Charles in het licht van de koplampen iedere keer een zo goed mogelijk stukje van de slechte gravelweg te berijden. Nadat we weer veilig in de “bewoonde” wereld zijn aangekomen, beloven we ons busje en onszelf voorlopig geen gravelwegen meer te rijden en gaan lekker uit eten. Gelukkig bleef de keuken in dit plaatselijke restaurantje tot middernacht open. Wat een prachtige dag! 
Nu sliepen we vanaf half januari steeds beneden in de bus omdat vanwege de harde wind in Patagonië het dak beter niet omhoog kon. Nu we Patagonië verlaten en er minder wind waait, vieren we het opheffen van van ons “Patagonië regiem” door het dak van de bus weer omhoog te doen. Onze leefruimte neemt toe, feest! We slapen weer boven en ervaren weer meer comfort in ons camperbusje. Rijdend naar het noorden neemt niet alleen de wind af, maar neemt ook de temperatuur toe. Het wordt iedere reisdag een paar graden warmer. Helaas worden de dagen ook korter. Ging in Ushuaia de zon na 22.O0 uur onder, in Valdes gebeurt dat al om 20.15 uur. Niet alleen het weer verandert, ook het landschap. De ongerepte natuur maakt langzaam plaats voor wat bebouwing. We zien meer huizen en tekenen van bewoning, en andere gecultiveerde zaken. Het wordt ook drukker op de weg en rond Buenos Aires is het, zelfs in het weekeinde, heel druk met veel vrachtverkeer. Hier verlaten we Ruta 3 en volgen we Ruta 14. De insecten en ook de muggen weten ons ‘s avonds weer te vinden. Op zondag 3 maart zien we op de App ‘Zoek mijn Vrienden’, dat Maarten en Anne relatief in de “buurt” zijn. Zij staan op het punt Uruguay in te gaan. Wij pakken er nog even 300 km bij, Maarten en Anne maken nog een dagje pas op de plaats, waardoor wij elkaar bij de grensplaats Gualeguaychu, nog een keer op een camping kunnen treffen. We hebben het nodige bij te praten en eten gezamenlijk aan een feestelijk gedekte tafel. We wisselen uit hoe en wanneer we weer terug naar Nederland denken te gaan. Beiden via Uruguay. ‘s Nachts is er onweer en regent het uren aan een stuk. Wanneer Maarten en Anne wegrijden, staan wij ze uit te zwaaien. Maar dan slippen de aangedreven wielen op de doorweekte ondergrond en binnen no time kan hun camper geen kant meer op. De mannen hebben het er druk mee, er wordt in de stromende regen van alles onder en voor de voorwielen gelegd, maar het lukt niet om de camper los te krijgen. Een hulpvaardige Argentijn met een 4x4 probeert de camper er uit te trekken, maar ook dat lukt niet. De eigenaar van de camping komt uiteindelijk met een tractor om hen er uit te trekken. Waren wij voornemens om nog een dagje op de camping te blijven staan, dit plan stellen we ogenblikkelijk bij wanneer Charles constateert dat ook wij niet op eigen kracht weg kunnen komen. Dus worden wij ook met de traktor naar de geasfalteerde weg getrokken. Deze situatie hebben we nog niet eerder aan de hand gehad. We zijn blij met de “Asistencia, muchas gracias”.  We kruipen doorweekt in onze bus en gaan bij de plaatselijke Carrefour een bakkie doen. Het regent de hele dag, maar het voordeel is dat onze bus, die na de vele km’s gravelweg in Valdes een andere kleur had gekregen, nu weer schoon oogt. 
Verder noordelijker in de provincie Corrientes zien we overal kraampjes met citrusvruchten langs de kant van de weg. We kopen een zak van 10 kilo met sinaasappels en mandarijnen voor omgerekend €1,75. Zo hebben we de komende tijd genoeg vitaminen C. We overnachten achter een benzinestation. De volgende dag hebben we daar een warme douche. Een Braziliaanse Overlander spreekt ons aan en maakt ons duidelijk dat hij op weg is naar Ushuaia. Dan is het wel heel jammer dat we elkaar nauwelijks verstaan en we hen niet wat tips kunnen geven. Zij spreken Portugees en een paar woorden Engels en wij geen Portugees. Wanner wij weer verder gaan, zien wij in dit gebied veel bosbouw met kaarsrechte bomen aan beide kanten van de weg. Ook passeren ons we veel vrachtwagens die hout vanuit het noorden vervoeren. Wanneer we de andere dag bij een benzinestation stoppen, hebben we een flashback met Indonesië. De niet geasfalteerde wegen bestaan uit rode aarde, we zien palmbomen, loslopende kippen, mannen hebben hun T-shirt half opgerold zodat hun buik bloot is, kinderen lopen op blote voeten en de vrouwen op teenslippers... en het is vochtig warm, 35 graden. De lokale bevolking heeft een licht bruine huidskleur en we zien de nodige blonde koppies, die gerelateerd zouden kunnen worden aan nazaten van Duitse immigranten. Er rijden de nodige brommertjes waarop met gemak het hele gezin vervoerd kan worden. We blijken in de Argentijnse tropen te zijn aangekomen. Wat een verschil met 14 dagen terug toen we met een sneeuwstorm uit Ushuaia vertrokken. 
Het noordelijkst stuk van Argentinië, grenst in het westen aan Chili, in het noorden aan Bolivia en Paraguay, en in het oosten aan Brazilië en Uruguay.
Deze maand werd bekend dat Argentinië het afgelopen jaar een inflatie had van 48% op jaarbasis. De Argentijnse inflatie is één van de hoogste wereldwijd. Het leidt tot veel prijsstijgingen en veroorzaakt veel onvrede bij de bevolking. Slecht nieuws voor president Mauricio Macri, die dit jaar wil worden herkozen. Tijdens de vorige kiescampagne in 2015 beloofde hij juist een eind te maken aan de hoge inflatie. Op basis van de steeds hoger wordende dieselprijzen, in Ushuaia betaalden we 37 pesos per liter en in het noorden al 49 pesos, krijgen we de indruk dat de inflatie en de prijsstijgingen, zeker die van de brandstof, begin dit jaar onverminderd doorgaan. Gelukkig is van brandstof- en voedselschaarste nog geen sprake. 
Na ruim twee weken reizen en 5000 km verder komen we bij het Parque Nacional Iguazú aan. Hier is een 2,7 km brede halvemaanvormige basaltrichel, waarover de Rio Paranà naar beneden stort en die gemiddeld 1700 m3 water per seconde over zijn gekartelde randen heen laat rollen. De waterval heet Cataratas del Iguazú (wat “groot water” betekent in de taal van de oorspronkelijke bewoners) en het meervoud verwijst naar de 275 watervallen, waaruit dit enorm natuur fenomeen bestaat. Eerst bezoeken we het park aan de Argentijnse kant. Er zijn veel loopbruggen naar uitzichtpunten. De veelvoud van watervallen die als een soort geplooid gordijn naar beneden denderen, vormen een spectaculair gezicht. Naast de watervallen en het tropisch regenwoud zien we in dit natuurpark ook de nodige dieren. Verschillende grote vlinders, neusberen die wroetend in de grond op zoek zijn naar voedsel. Maar zodra ze een plastic zakje horen ritselen, bedelen ze bij de bezoekers om eten. Ik zie een kindje dat in de kinderwagen een appel zit te eten. Nou die appel wordt binnen no time door de dieren in “beslag” genomen. Ook zien we een kleine aapjes, grote meervallen en kleine krokodillen. We lopen over een soort bruggenstelsel naar Garganta del Diablo, de duivelsstrot. Hier ben je heel dicht bij de rivier en bij het punt waar veel water naar beneden raast. Het weer is al vochtig warm en als je daar waterdamp van al de watervallen bij optelt is het net of je de hele dag in een grote sauna loopt. ‘S avonds hebben we heel veel regen. Omdat het zo’n enorm complex is, gaan we de volgende dag weer naar het Nationaal Park en bekijken met name de plekken waar de watervallen naar beneden zijn gekomen. We kunnen het niet laten om nog een keer naar de Garganta del Diablo te gaan en zien het verschil met de dag ervoor. Kennelijk heeft het stroomopwaarts ook geregend en is er duidelijk nog meer water dan gisteren. Eind van de middag steken we de grens met Brazilië over en kamperen op een complex met huisjes. Om 19.30 uur gaat er een bel en dit betekent dat het buffet klaar staat. We maken er dankbaar gebruik van. Ook nu hebben we s’avonds veel regen. Het is echt noodweer met hevige onweersbuien die maar niet over willen trekken. Gelukkig blijft het in ons busje droog, maar de harde knallen houden ons wel een tijdje uit de slaap. De andere dag bezoeken we de Iguazú watervallen ook aan de Braziliaanse kant. Met bussen worden we naar de watervallen gereden en ook hier weer lange wandelwegen langs en bruggen over de waterpartijen. Aan deze Braziliaanse kant zien we meer het overzicht van het enorme watervallen complex. Heerlijk om de tijd te hebben en te nemen om dit wereldwonder te aanschouwen. Konden we ons tot nu toe in Zuid-Amerika redelijk met ons Spaans redden, in Brazilië spreekt men Portugees. Ook al lijkt de geschreven taal wel op Spaans, in de gesproken taal kunnen we nauwelijks woorden herkennen. Het zijn totaal andere klanken. Het weer blijft vochtig warm. Hadden we in Ushuaia last van te veel wind, hier bijna 5000 km noordelijker snakken we naar een zuchtje wind.

Foto’s

7 Reacties

  1. Cees somers:
    10 maart 2019
    Als de prijzen stijgen maar de inflatie waarschijnlijk evenveel of meer wordt alles goedkoper, toch? Wat een mooie reis. Wat wordt dat straks wennen in Nederland als we jullie volgeladen batterijen weer stevig gaan aanspreken.....
  2. Niek:
    10 maart 2019
    WOW...! Wàt een avontuur...!
  3. Dineke:
    12 maart 2019
    Wat bijzonder die fossiele bomen. Dat maakt indruk. Leuk dat jullie de medereizigers weer hebben ontmoet. Wat een gedoe met die nattigheid. Hier is het ook al dagen nat, donker en grijs. Het voorjaar wacht tot jullie er weer zijn.
  4. Alice Broer-Boeff:
    12 maart 2019
    Dag avonturiers,
    Vanuit een stormig/ herfstig/ super nat en met dikke knoppen in de zomerbloeiers, groet ik jullie van uit het mooie Ermelo en vraag me tegelijkertijd af of de terugreis al in de planning staat (?) want ik mis je vrolijke aanwezigheid in Calluna Margo!
    Dank voor de mooie foto's, aanvullende video's en jullie indrukwekkende verslag! Een voorspoedige maar bovenal boeiende ervaringen toegewenst voor de komende kilometers in jullie VW-tiny-house op wielen! Met een lieve groet van Alice.
  5. Ulla en Jasper Nieuwenhuis:
    14 maart 2019
    Hallo Margo en Charles,

    Vanuit een regenachtig en koud Dommelen krijgen wij het gelukkig weer warm van het lezen van jullie belevenissen. Wederom indrukwekkend en als we jullie kaart lezen, staat daar: afgelegd > 39.000 km....Een enorme bagage om dit allemaal mee te nemen. Je hoeft je ogen maar even dicht te doen en je hebt zomaar een prachtige film/documentaire over Zuid-Amerika.
    Lieve groeten en een goede reis toegewenst, Ulla en Jasper
  6. Paul Evers:
    14 maart 2019
    Dag Margo en Charles,
    Wederom een fantastisch verhaal, alsof ik zelf mee reis. Chapeau! Wat mij betreft mag jullie reis nog veel langer duren.
    Hartelijke groet en tot het volgende verhaal.
    Paul Evers ( ex-voorzitter van de Sociëteit ).
  7. Ruud en Jamaliah Welling:
    17 maart 2019
    Wij kwamen Harry en Marleen tegen. Zegaven jullie blog door. Wij hebben net onze reis ook in een T4 afgerond in Cartagena. Misschien heb je nog iets aan onze blog. Nog veel plezier rudywelling.blog